Je lichaam reageert altijd op alles. Welke omstandigheden of ervaringen je ook hebt gekend of nu kent, je lijf is overal bij aanwezig geweest. Er liggen herinneringen, reacties en kennis in opgeslagen.

Als kind beweeg je mee en vind je op je eigen wijze een weg in alle gemakken en ongemakken die je op je pad bent tegengekomen. Om te voldoen aan de eisen die aan je werden gesteld levert een mens ook vaak eigenheid in. Ervaren, voelen en weten raakt uit balans. Op een gegeven moment is het ingewikkeld om te weten wie je nu werkelijk bent en wat waar is voor jou. Die knelpunten laten zich zien als probleemsituaties in relaties, werk of in jezelf. Juist deze situaties zijn dus ook een kans om weer thuis te komen bij jezelf.

Het lijf reageert vaak al voor je hoofd beseft wat er gaande is. Zo kan je van schrik je adem inhouden, schouders optrekken of spieren aantrekken bij stress. Slappe knieën krijgen bij angst. Een gebroken hart ervaren of wolken in je hoofd.

Een lichamelijke reactie kan je veel vertellen.

Het weet andere dingen dan je hoofd.
Van dat ‘weten’ maken we gebruik in lichaamswerk.
We kijken naar de manier waarop je lichaam meedoet in je probleemsituatie.
Waar spieren aanspannen en hoe je lichaam ademt, hoe het aanwezig is en hoe je aanwezig zijn verlaat.

Vanuit inzicht, oefenen en ervaren leer je steeds meer te vertrouwen op de taal van je lichaam en daarmee op jezelf. Je leert als het ware je eigen ‘gebruiksaanwijzing’ kennen. Hierdoor groeit het vertrouwen in jezelf en in de wijsheid van je eigen ervaring.
Dat levert rust op in je denken, in je lichaam en in je emotionele leven.